Terugblik & Advies : 30 november en 6 februari

Terugblik & Advies : 30 november en 6 februari
Jan Boele en Suzanne Bollen op 6 februari in De Til in Giessenburg (foto: A. Krajo)

Het Gebiedsplatform kijkt positief terug op de participatieavonden rondom het thema kleine windturbines. We hebben de uitnodiging breed gedeeld. De grote opkomst (ruim 100 mensen) en betrokkenheid uit heel Alblasserwaard-Vijfheerenlanden laten zien dat het onderwerp kleine windturbines leeft.

Op de eerste participatieavond is duidelijk geworden dat veel inwoners en bedrijven geïnteresseerd zijn in het plaatsen van kleine windturbines. Met uw ideeën en inbreng heeft het Gebiedsplatform een advies opgesteld. Het college heeft deze inbreng gebruikt bij het opstellen van uitgangspunten voor het beleid en besproken in de commissie en gemeenteraad.
De tweede participatieavond geeft invulling aan de uitgangspunten zoals de raad deze heeft geformuleerd en bouwt voort op ons eerdere advies. Samen maken we zo de uitgangspunten concreet en dragen we bouwstenen aan voor het toekomstige beleid. Ook tijdens deze tweede avond hebben we breed opgehaald wat leeft in ons gebied.

Op maandagavond 6 februari voerden we aan de hand van concrete beelden samen het gesprek over hoe en wanneer kleine windturbines (tot 45 meter ashoogte) in ons landschap passen. Verschillende potentiële locaties voor kleine windturbines in de Alblasserwaard kwamen voorbij. Sommige locaties en voorbeelden riepen hevige weerstand op, zo bleek een windturbine van 39 meter hoog vlak bij een dorpskern geen goed idee. Maar een dorpsmolen met een ashoogte van 15 meter, op de rand van de polder, kan op bijval rekenen. Dit bleek ook uit de door u geplakte groene, rode en blauwe stickertjes bij de bespreekbeeldentafel en de post-its met suggesties en mogelijke voorwaarden.
Dagvoorzitter Suzanne Bollen leidde de avond en discussie en stelde verdiepende vragen.


Twee dorpsmolen op de bespreekbeeldentafel met daaronder in groen en rood de mening van het gebied (foto: C. van Bruggen)

Tijdens de tweede helft van de avond voerden we aan de hand van verschillende experts het gesprek over welke kaders nodig zijn binnen het windturbine beleid. Ton van Schie heeft toegelicht hoe een ecologische toets eruitziet en Tijmen van Zessen deelde zijn ervaringen met accu’s om stroom op te slaan. Daarnaast bood de Natuur- en Vogelwacht de Alblasserwaard aan een ecologische toets te kunnen en willen uitvoeren.

Het Gebiedsplatform kijkt positief terug op de twee participatieavonden. We hebben veel opgehaald. De eerste avond was erg positief en liet duidelijk zien dat er veel interesse is in het plaatsen van kleine windturbines en we bij willen dragen aan de energietransitie. Op de tweede avond klonken meer kritische geluiden en was er meer discussie, vast mede naar aanleiding van de discussie in de gemeenteraad. De discussie laat ook zien dat we als gebied veel waarde hechten aan het zorgvuldig opstellen van beleid en de participatie van inwoners hierin.

Ter afsluiting heeft de voorzitter van het Gebiedsplatform, de bespreekbeeldentafel toegelicht. Hierbij vatte hij de avond kernachtig samen: ‘’op de eerste helft van de avond hebben we veel mitsen en maren opgehaald welke we aan de hand van de 2e helft van de avond in kunnen vullen’’. Daarnaast zien we zien ook dat er nog veel vragen leven en er behoefte is aan meer informatie over kleine windturbines.

Als Gebiedsplatform hebben we uw inbreng uitgebreid besproken, aangevuld en verder verdiept. Naar aanleiding van de twee participatieavonden brengt het Gebiedsplatform onderstaand advies uit aan de gemeente.
Dit advies is gericht op de inhoud en staat los van de politieke discussies die over dit onderwerp worden gevoerd.
Daarnaast blijft het Gebiedsplatform graag betrokken bij de verdere totstandkoming van het beleid. Zo blijft het belang van ons gebied voorop staan, nu en in de toekomst.

Advies van het Gebiedsplatform:

Algemeen

  • Inwoners en bedrijven hebben veel interesse in het plaatsen van kleine windturbines. Maak het gezamenlijk bezitten en exploiteren van kleine windturbines mogelijk voor groepen, kleine coöperaties en bedrijven, dit komt ten gunste van het draagvlak.

Energiecollectieven

  • Faciliteer als gemeente actief in het plaatsen van kleine windturbines voor particuliere inwoners die (deel)eigenaar willen worden van een kleine windturbine.
  • Kleinere energiecollectieven hebben vaak een tekort aan uitvoeringscapaciteit om lange vergunningstrajecten te doorlopen of langdurige contracten (SDE-subsidies) af te sluiten. Faciliteer deze energiecollectieven als gemeente met uitvoeringscapaciteit.

Gebruik en opwek van energie in balans (combinatie tussen zon en wind)

  • Zet in op wind- én zonenergie om de opwek van energie lokaal zo goed mogelijk in balans te brengen met het gebruik van energie. Houdt rekening met deze balans bij het verlenen van vergunningen met oog op verrommeling van het landschap, biodiversiteit, het belang van de ondernemers en het algemene belang van het gebied.
  • Zorg dat er een sterke en zichtbare relatie is tussen het opwekken van energie met kleine windturbines en het gebruiken van energie.
  • Voor bedrijven met een grootzakelijke energie aansluiting (groter dan 3x 80 ampère) kan het financieel aantrekkelijk zijn om elektriciteit op te slaan. Dit ontlast het elektriciteitsnet en vangt pieken in de stroomproductie af. Het Gebiedsplatform stelt voor om te onderzoeken in welke mate deze opslag gestimuleerd kan worden zonder het te verplichten.
  • In de energietransitie zijn kleine windturbines een waardevolle toevoeging aan de energiemix.

Landschappelijke inpassing

  • Voorkom verrommeling van het landschap. Maak eenduidig beleid en sta één type molen toe passend bij de verschillende soorten clusters: het open landschap, bedrijventerreinen en lintbebouwing en dorpen.
  • Sta het plaatsen van windturbines tot 15 meter hoog toe in de linten mits er voldoende afstand wordt gehouden tot woningen.
  • Sta het plaatsen van windturbines groter dan 15 meter in dorpskernen niet toe, hiervoor is onvoldoende draagvlak. Deze windturbines geven te veel overlast in de vorm van slagschaduw en geluid.
    Het plaatsen van een dorpsmolen met gedeeld eigenaarschap en draagvlak kan hier een uitzondering op zijn.
  • Het Gebiedsplatform adviseert om bij het plaatsen van kleine windturbines op bedrijventerreinen verband aan te brengen tussen de maximale toegelaten bouwhoogte van bedrijfsbebouwing en de te plaatsen windturbines.
    Dit zorgt ervoor dat er voldoende rendement haalbaar is in relatie tot windsnelheid en de hoogte van gebouwen, er minder kleine windturbines op bedrijventerreinen nodig zijn en deze windturbines het terrein en het landschap niet domineren.
  • In het gebied is draagvlak voor het plaatsen van kleine windturbines tot 45 meter op grotere bedrijventerreinen (zoals bij Schelluinen, de Vlietsekade bij Arkel en Groot-Ammers). Op afstand van het dorp is de overlast door slagschaduw en geluid beperkt en zien ondernemers graag ruimte voor het plaatsen van dergelijke windturbines.
    Het Gebiedsplatform adviseert om ook op deze bedrijventerreinen verband aan tussen de maximale toegelaten bouwhoogte van bedrijfsbebouwing en de te plaatsen windturbines. Let hierbij ook op verrommeling op het terrein en de bescherming van vogels en vleermuizen.
  • Op kleinere bedrijventerreinen adviseert het Gebiedsplatform om onder de hiervoor genoemde voorwaarden het plaatsen van kleine windturbines tot maximaal 30 meter hoog toe staan.
  • Plaats windturbines op bedrijventerreinen in een cluster of lijn, gebruik één type molen en stel een minimale onderlinge afstand in.
  • Agrarische ondernemers in het buitengebied hebben aangegeven behoefte te hebben aan het plaatsen van kleine windturbines tot 45 meter hoog. Onderzoek in welke mate dit mogelijk en wenselijk is en sluit hierbij ook aan bij de provinciale ontwikkelingen.
  • Voorkom dat windturbines van 45 meter hoog het landschap van de Alblasserwaard gaan domineren. Bekijk vergunningaanvragen zodoende niet geïsoleerd en houdt rekening met het totaalbeeld.
  • Plaats kleine windturbines vanaf de weg gezien achterop bedrijventerreinen en op de grens met de polder, dit beperkt verrommeling. Houdt rekening met verrommeling en vogels en vleermuizen.
  • Sta het plaatsen van kleine windturbines alleen toe op plaatsen waar de stroom gebruikt wordt.
    Grote windturbines blijven nodig. Zet kleine windturbines daarom niet in om te gaan voldoen aan de RES-opgave. Zo voorkomen we een woud aan kleine windturbines.
  • De N214 en N216 zijn geopperd als potentiële locaties voor windturbines tot 45 meter hoog, mits deze bestemd zijn voor energiecollectieven en burgers (niet voor commerciële energieleveranciers).
    Het Gebiedsplatform ziet verschillende bezwaren en adviseert om kleine windturbines langs de N214 en N216 níet toe te staan.
    Bomenrijen en natuur langs deze wegen zijn waardevolle verbindingen tussen natuurgebieden. Het kappen van deze bomen is niet wenselijk voor natuur en biodiversiteit. Ook zorgen bomen langs deze plaatsen voor een geleidelijke overgang tussen dorpen, wegen en open polder.
    Ook is de afstand tussen opwek en gebruik van opgewekte energie groot en is de relatie tussen opwek en gebruik niet sterk.

Leefklimaat

  • Garandeer veiligheid en plaats kleine windturbines niet te dicht bij woningen of drukkere plekken.
  • Beperk overlast van kleine windturbines zoals slagschaduw, geluid en ultrasone trillingen en houd bij het plaatsen van kleine windturbines rekening met de afstand tot woningen.

Maatschappelijk draagvlak

  • Zorg dat er een duidelijke relatie is tussen kleine windturbines en gebruikers. Sta het plaatsen van kleine windturbines niet toe aan (commerciële) energieleveranciers.
  • Wanneer inwoners zelf (deel)eigenaar van een kleine windturbine zijn komt dit ten goede aan het draagvlak. Dit kan middels energiecollectieven of collectief eigenaarschap.
  • Sta het plaatsen van windturbines langs N-wegen niet toe aan (commerciële) energieleveranciers.
  • Bouw een evaluatiemoment in met het Gebiedsplatform om te zien hoe het beleid in de praktijk uitwerkt en of het naar behoren uitpakt. Doe dit 1 jaar na het vaststellen van het beleid.

Ecologie en natuur

  • Stel een ecologische toets in om schade aan flora en fauna zoveel mogelijk te beperken en kleine windturbines optimaal te plaatsen. Zie eventuele schade aan natuur in het perspectief van een draagkrachtige natuur.
  • De Natuur en Vogelwacht de Alblasserwaard stelt zich beschikbaar om met gebiedseigen kennis en mensen de ecologische toets uit te voeren voor boeren en particulieren. Het Gebiedsplatform beveelt de gemeente aan deze lokale kennis en expertise in te zetten.

Overige opmerkingen en overwegingen

  • Houdt naast landschappelijke inpassing ook rekening met het windaanbod in ons gebied en het effect hiervan op het rendement van kleine windturbines.
  • Particuliere inwoners hebben interesse om energie op te wekken voor eigen gebruik met verticale windturbines en/of kleine windturbines (passend bij hun eigen energiebehoefte). Maak dit mogelijk in dorpskernen en linten.
    Volg daarnaast de technische ontwikkelen van verticale windturbines en maak het plaatsen ervan mogelijk in dorpskernen en linten wanneer het rendement toeneemt.
  • Op de avonden is gesuggereerd om kleine windturbines te vergunnen in relatie tot de verwachte levensduur (bijv. 25 jaar) en een opruimplicht in te stellen. Dit past bij een circulaire benadering en de energietransitie, waarbij mogelijk betere energiebronnen beschikbaar komen. Ook voorkom je verrommeling en waarborg je de veiligheid
  • Het goed onderhouden van kleine windturbines is van belang om veiligheid te garanderen en geluidsoverlast te minimaliseren. Garandeer/eis dat onderhoud voldoende plaatsvindt.